‘Canopen en Achnaton’

Als keramist vertegenwoordigt hij droom en poëzie, sierlijkheid en gedachte.

Hij vindt zijn inspiratie in het Oude Egypte en vult de ervaring daaromtrent aan met zijn fantasie en zijn zin voor elegantie, suggestie, zijn pure figuratie die uiteindelijk vervormd wordt.

Zijn Canopen , urnen waarin organen van mummies worden bewaard en kostbare geheimen een onderkomen vinden zijn een en al sierlijkheid waarop een bevreemdend deksel is geplaatst.

Zijn referenties aan Achnaton en Nefertete zijn ranke gestalten die door ritmiek zijn aangetast; zij zijn bezet met zinspelingen en enig mysterie, zoals het hoort. De diversiteit van zijn creativiteit is groot; vaste waarden zijn de sierlijke vormentaal, allusies aan een verborgen of verloren betekenis, een esthetische verbeelding en de inbreuk van vormelijke vervreemding.

Uittreksel uit ‘Canopen en Achnaton’

door Hugo Brutin in het maandblad:‘Arts-Antiques-Auction’ n° 376 november 2006 p. 115.